Skip to Content

Neurodivergent Pride day

Neurodivergent Pride day

Steeds meer kinderen krijgen een label als ADHD, autisme of dyslexie. Soms roept dat vragen op: is er niet iets mis met ons onderwijssysteem, of met de manier waarop we naar kinderen kijken? De term neurodivergentie biedt een ander perspectief, eentje waarin verschillen in denken, voelen en waarnemen niet als stoornis, maar als natuurlijke variatie worden gezien. Op Neurodivergent Pride day op 16 juni staan we stil bij deze kinderen. Kinderen die soms buiten de lijntjes kleuren, maar vaak met een unieke blik naar de wereld kijken.

Wat betekent neurodivergentie?

Neurodivergentie is een term die aangeeft dat iemands hersenen op een andere manier werken dan de ‘gemiddelde’ of ‘neurotypische’ manier. Dit kan invloed hebben op hoe een kind denkt, leert, voelt, communiceert en omgaat met prikkels.

Kinderen die neurodivergent zijn, verwerken de wereld op een unieke manier. Ze zijn niet “minder” of “gestoord”, maar anders bedraad. Die verschillen kunnen prachtige talenten met zich meebrengen, maar ook uitdagingen — vooral wanneer hun omgeving daar onvoldoende op is afgestemd.

Bekende vormen van neurodivergentie zijn onder meer:

  • Autismespectrumstoornis (ASS)
  • ADHD
  • Dyslexie en dyscalculie
  • Dyspraxie (motorische ontwikkelingsstoornis)
  • Tourette syndroom
  • Hoogsensitiviteit (HSP)
  • OCD
  • Niet-verbale leerstoornissen (NLD)

Waarom is Neurodivergentendag belangrijk?

Op Neurodivergentendag staan we stil bij kinderen en jongeren die niet passen binnen de standaard verwachtingen van gedrag, communicatie of leren. De dag is bedoeld om bewustzijn te vergroten, vooroordelen te doorbreken en begrip te stimuleren — juist bij mensen die nauw betrokken zijn bij hun ontwikkeling: ouders, leerkrachten, begeleiders en zorgprofessionals.

Veel kinderen worden al op jonge leeftijd geconfronteerd met het gevoel dat ze ‘anders’ zijn. Wanneer die ervaring niet wordt erkend of wanneer hun behoeften niet serieus worden genomen, kan dat grote gevolgen hebben voor hun zelfbeeld, motivatie en welzijn. Neurodivergentendag nodigt ons uit om die kinderen te zien, te begrijpen en te steunen, in plaats van hen te corrigeren of ‘normaliseren’.

Geen stoornis, maar een andere manier van zijn

Als ouder of professional is het belangrijk om te beseffen dat neurodivergentie geen stoornis is die ‘gerepareerd’ moet worden. De meeste problemen die neurodivergente kinderen ervaren, ontstaan niet door henzelf, maar door een omgeving die hun behoeften niet erkent of onvoldoende ondersteunt.

Voorbeelden:

  • Een kind met ADHD dat continu moet stilzitten in een rumoerige klas raakt overprikkeld of verliest zijn concentratie.
  • Een leerling met autisme die overrompeld wordt door onvoorspelbare groepsopdrachten zonder duidelijke structuur, voelt zich onveilig.
  • Een kind met dyslexie wordt als ‘traag’ bestempeld omdat het moeite heeft met lezen, terwijl het mondeling heel sterk is.

Door dit gedrag als probleem van het kind te zien, missen we de kans om het systeem aan te passen aan hun noden.

Thuis: Hoe kun je als ouder ondersteunen?

Voor ouders kan het moeilijk zijn om te zien dat hun kind niet lijkt te passen in de klas of moeite heeft met vriendschappen of prikkels. Soms ontstaat er frustratie, verdriet of machteloosheid. Toch begint ondersteuning bij erkenning: jouw kind is goed zoals het is — het heeft alleen een omgeving nodig waarin het zich veilig en begrepen voelt.

Wat je als ouder kunt doen:

  • Leer over de specifieke kenmerken van jouw kind (lees boeken, praat met ervaringsdeskundigen of zoek betrouwbare bronnen).
  • Focus op de sterke kanten en interesses van je kind.
  • Ondersteun je kind bij het leren aangeven van grenzen en behoeften.
  • Zoek samenwerking met school of opvang, zodat er samen aanpassingen gedaan kunnen worden.
  • Wees geduldig. Ontwikkeling gaat bij elk kind in een eigen tempo.

Het kan ook helpend zijn om contact te zoeken met oudergroepen of belangenverenigingen, waar je herkenning en tips kunt vinden.

Op school en in de zorg: wat hebben neurodivergente kinderen nodig?

Als professional in het onderwijs of de (jeugd)zorg kun je een enorme positieve impact hebben. Jouw houding en handelen maken het verschil tussen een kind dat zich buitengesloten voelt, en een kind dat zich begrepen en veilig voelt.

Belangrijke uitgangspunten:

  • Kijk verder dan gedrag. Achter druk of teruggetrokken gedrag schuilen vaak onderliggende behoeften of overprikkeling.
  • Bied voorspelbaarheid. Veel neurodivergente kinderen gedijen bij duidelijke routines, visuele ondersteuning en voorbereiding op veranderingen.
  • Differentieer. Niet elk kind leert op dezelfde manier. Bied alternatieven aan voor opdrachten of toetsvormen.
  • Neem prikkelverwerking serieus. Creëer rustige hoekjes, laat kinderen oorkappen gebruiken, of plan pauzes voor herstel.
  • Communiceer open met ouders. Zij zijn ervaringsdeskundige en kennen hun kind het best.
  • Zorg voor teamkennis. Regel scholing of intervisie over neurodiversiteit, zodat het hele team vanuit een gedeelde visie werkt.

De gevaren van maskeren

Veel neurodivergente kinderen leren al vroeg om zich aan te passen aan de norm. Ze proberen stil te zijn, sociaal gedrag na te bootsen of hun emoties te onderdrukken — simpelweg om niet op te vallen of afgewezen te worden. Dit noemen we maskeren. Het lijkt misschien alsof het kind ‘goed functioneert’, maar het kost ontzettend veel energie en kan op de lange termijn leiden tot burn-out, depressie of angststoornissen.

Het is daarom cruciaal dat kinderen zichzelf mogen zijn. Dat begint bij volwassenen die hen serieus nemen en een veilige ruimte bieden waar niet alles draait om presteren, maar om welzijn en groei.

Anders betekent niet minder

Veel neurodivergente kinderen beschikken over unieke talenten:

  • een opmerkzaam oog voor detail,
  • intense creativiteit,
  • analytisch vermogen,
  • doorzettingskracht,
  • originele oplossingen voor problemen.

Als ouders en professionals deze talenten herkennen en ruimte geven, kunnen kinderen zich ontwikkelen tot zelfverzekerde en veerkrachtige volwassenen.

Denk aan rolmodellen als:

  • Greta Thunberg & Isaac Newton & Elon Musk (autisme)
  • Simone Biles & Jochem Myjer & Freek Vonk (ADHD)
  • Leonardo da Vinci & Steven Spielberg (dyslexie)

Wat al deze mensen gemeen hebben? Iemand in hun omgeving die geloofde in hun kunnen, zelfs toen ze ‘anders’ leken.

Wat kun jij vandaag doen?

Op Neurodivergentendag nodigen we ouders en professionals uit om bewust te kiezen voor begrip en aanpassing. Je hoeft geen expert te zijn om een verschil te maken, het begint met luisteren, openstaan en durven afwijken van de standaard.

Wat je vandaag al kunt doen:

  • Vraag aan een kind: “Wat helpt jou om je goed te voelen?”
  • Lees samen een boek over neurodiversiteit (zoals Het meisje met de blauwe hoed of Ik ben anders, jij ook?)
  • Kijk met een team naar de inrichting van de klas of groep: waar kun je rust, structuur of keuzemogelijkheden toevoegen?
  • Ga het gesprek aan met collega’s over wat ‘passend onderwijs’ of inclusieve zorg echt betekent.
  • Herinner jezelf eraan: een kind is niet lastig – het heeft het lastig.

Tot slot

Neurodivergentie vraagt geen oplossing, maar erkenning. Geen genezing, maar aanpassing. Geen aanpassing van het kind, maar van de omgeving.

Laten we op deze dag, en alle andere dagen, kinderen steunen in wie ze zijn, niet in wie we willen dat ze zijn.

Want juist in die verschillen schuilt de rijkdom van onze samenleving.